Bomenwandeling Zutphen 17: Paardenkastanje - Horse Chestnut

Paardekastanje Coehoornsingel, hoek Jacob Damsingel.

Achter een woning aan de Coehoornsingel in Zutphen, uitziend over de Grote Gracht, staat deze fraaie volkronige paardenkastanje, hier in volle bloei, 12 mei 2001. Hij stamt waarschijnlijk uit dezelfde periode als de huizen langs deze straat, dus van rond 1900 en paart een stamomvang van 416 cm aan een hoogte van 20 m. De stam splitst zich op 1½ m hoogte in drieën. In de tachtiger jaren was men bang voor uitscheuren en heeft men de stam, die daar blijkbaar ingerot was, volgestort met beton en de takken met kabels aan elkaar verbonden. De boom heeft daarop gereageerd met al te sterke groei. De gemeente oordeelde in 2001 dat een nieuwe snoeibeurt noodzakelijk was ivm het risico van uitscheuren. De snoei is in het vroege voorjaar van 2002 gebeurd. De te strak gespannen kabels zijn verwijderd en vervangen door losse, flexibele banden. Als deze door nieuwe groei weer gespannen gaan staan is het tijd voor een volgende snoei-beurt, zo is de theorie van de boombeheerders.
De paardenkastanje is sinds 1600 in Nederland en heel Europa aangeplant en buitengewoon populair als park- en stadsboom vanwege het fraaie, handvormig samengestelde blad, de imposante vorm van de oudere bomen, de grote, kenmerkende zaden (kastanjes) en vooral de uitbundige bloei ('kaarsen') in mei. De soort komt in het wild in Albanië, Griekenland en de Kaukasus voor.

Net als veel paardenkastanjes heeft dit exemplaar de laatste jaren last van de Kastanjemineermot. Dit is een uit Zuidoost Europa afkomstig klein motje, dat zijn eieren legt in de bladeren van paardenkastanjes en de laatste jaren aan een opmars naar Noordwest Europa is begonnen. De larven vreten gangen in het blad, dat hierdoor lelijke bruine vlekken krijgt. De aangetaste kastanjes zien er vanaf eind juli steeds triester uit en laten in de loop van augustus veel blad vallen: in september zijn sommige exemplaren al volledig kaal. Tot nu blijken de meeste kastanjes deze aantasting wel te overleven. Het zal echter zeker een aanslag zijn op de conditie; de bomen kunnen beduidend minder reservevoedsel opslaan en zullen het volgend seizoen verzwakt beginnen. Als de Kastanjemineermot meerdere jaren achtereen toeslaat zullen kastanjes het moeilijk krijgen en bevattelijk zijn voor andere belagers.

Om de motten te bestrijden kunnen de afgevallen bladeren worden opgeruimd en verbrand of begraven.

Een nog recentere en ernstiger bedreiging voor paardenkastanjes wordt gevormd door de zogenaamde bloedingsziekte, nu gewoon kastanjeziekte genoemd. Deze werd in de zomer van 2002 voor het eerst ontdekt in het westen en noordwesten van het land, waar bij verscheidene paardenkastanjes bruine vlekken op de stam werden gezien, waar vocht uit kwam. Een deel van deze bomen stierf binnen korte tijd. In de loop van 2004 heeft de ziekte zich over grote delen van het land verspreid. De ziekte was aanvankelijk een groot mysterie. Om de problemen van de nieuwe kastanjeziekte snel in beeld te brengen en aan te pakken is de werkgroep Aesculaap opgericht. Deze doet onderzoek naar de oorzaak van de ziekte en naar mogelijkheden om deze te bestrijden en onderhoudt contacten met tal van boombeheerders en - verzorgers.
Het Ministerie van LNV heeft in 2005 een  onderzoeksbudget van € 275.000,- beschikbaar gesteld. Dit bedrag is besteed aan onderzoek naar de veroorzaker van de bloedingsziekte en naar methoden om de ziekte tot stilstand te brengen bij al aangetaste paardekastanjes. 
In 2006 is helder geworden dat de ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie uit de Pseudomonas syringae-groep. Er wordt nu naarstig onderzoek gedaan naar behandelmethoden. In december 2007 zijn er verschillende bedrijven en onderzoekers met claims voor behandelmethoden, maar er zijn nog geen eenduidige onderzoeksresultaten. Wel wijst onderzoek uit dat bomen met een goede conditie minder worden aangetast. Vooral de opname van stikstof uit de bodem lijkt daarbij een rol te spelen. Onderzocht wordt ook welke stressfactoren eventueel invloed hebben op het verloop van de ziekte. 

Voor meer actuele informatie zie de website van Aesculaap:  http://www.kastanjeziekte.wur.nl/  
en van de Bomenstichting: 
http://www.bomenstichting.nl .

Horse Chestnut in May showing its full crown with the lush flowering.


Bomenkaart Zutphen nr. 28: Paardenkastanjes 't Ooye.

The Horse-Chestnut is a very common and popular tree in Holland because of its beautiful big flowers. It was introduced in Holland in 1608. Its origin is in the Southern Balkan and the Caucasus. This is one of the biggest and most beautiful individuals in Zutphen, around 170 years old and 16 feet round the trunk.

In Zutphen, vlak bij het Ziekenhuis ( Het Spittaal) en bijna ingeklemd door wegen en nieuwbouwwijken, ligt het landgoedje 't Ooye. Het is slechts klein, maar biedt toch een markante aanblik, mede door het fraaie geboomte. Hier staan enkele van de mooiste paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum) van de regio. De Paardekastanje is beslist geen familie van de Tamme Kastanje ( Castanea sativa), maar dankt zijn naam aan de gelijksoortig ogende, maar oneetbare zaden. Hij is inheems in de zuidelijke Balkan en de Kaukasus maar wordt al sinds 1608 in Nederland aangeplant. Het is in heel Europa een populaire sierboom vanwege zijn uitbundige bloei in april / mei, de volle bladerkroon met de kenmerkende handvormige bladeren en de bekende kastanjes en wordt zeer veel aangeplant in parken en plantsoenen en langs wegen. 

Helaas zijn begin 2005 bij één van de drie paardenkastanjes (niet de gefotografeerde) van 't Ooye de kenmerken van de kastanjeziekte ontdekt. Gevreesd moet worden dat deze boom spoedig het loodje zal leggen en dat de andere exemplaren binnen afzienbare tijd zullen volgen. In jumi 2008 blijken alle drie kastanjes nog in leven. 

De kastanjes van 't Ooye hebben een prachtig grillig vertakte kroon.

Hoewel er behoorlijk veel paardenkastanjes staan in de regio Zutphen , zijn er weinig echt oude exemplaren bij. Met een stamomvang van 4,6 meter behoort deze knaap tot de zwaarste exemplaren van de Achterhoek. Hij schijnt te zijn geplant rond 1830 - '40. In Nederland zijn paardenkastanjes van meer dan 200 jaar oud zeldzaam, veel exemplaren sterven al ruim voor die leeftijd. Uit Engeland blijkt echter dat paardenkastanjes meer dan 300 jaar oud kunnen worden: er is daar bijvoorbeeld een laan uit 1664 die nog vrijwel intact is.

Home Nederlandse Versie---Zutphen---Warnsveld---De reus van Dinxperlo---Links---Netherlands 5---Home English Version