Oude Bomen vanuit Zutphen bekeken

Old trees in the Netherlands and Europe

Frankrijk 2: enkele oude eikenbossen.


Vergeleken met Nederland bezit Frankrijk nog zeer uitgestrekte bossen. Het gaat daarbij evenmin als bij ons om oerwouden. De Fransen hebben de natuur eeuwenlang intensief geëxploiteerd, oerwouden zullen al in de middeleeuwen hebben plaatsgemaakt voor akkers, weiden, boomgaarden, beweide bossen en bossen waar flink hout geoogst werd. Vanaf de 17e eeuw werd de bosbouw meer systematisch bedreven, gericht op houtproduktie. In het huidige Frankrijk zijn vooral een aantal oude eiken- en beukenbossen vermaard om hun schoonheid. De meeste zijn nog  steeds bestemd voor houtproductie, sommige delen zijn tot bosreservaat verklaard, zodat natuurlijke processen hier zoveel mogelijk de ruimte krijgen. 

Eiken in het Foret de Fontainebleau

Één van de mooiste bossen in Frankrijk is het Forêt de Fontainebleau, ongeveer 50 km ten zuidoosten van Parijs. Voor grote delen bestaat het uit oud loofbos, vooral eiken en beuken. Vanaf de 16e eeuw worden hier eiken aangeplant. Beroemd zijn de eikenbossen die onder Lodewijk XIV in opdracht van diens minister Colbert zo rond 1680 zijn aangeplant. Hiervan zijn in Fontanebleau nog delen aanwezig, net als in enkele andere Franse eikenbossen, waaronder het Forêt de Bellême en vooral het Forêt de Tronçais. Het bos van Fontainebleau was in de 19e eeuw al vermaard vanwege zijn prachtige rotslandschappen en de schitterende oude bossen. Vooral veel schilders kwamen hier inspiratie opdoen. Zij wisten ook te bereiken dat al in 1853 enkele delen tot "reservat artistique" werden verklaard en daarmee gevrijwaard voor de bijl. In sommige daarvan is sedertdien een strikt nietsdoen-beheer toegepast, waardoor er een zeer natuurlijk en afwisselend bostype heeft kunnen ontwikkelen, met zeer oude, deels aftakelende bomen, veel omgewaaide bomen en veel verjonging op de zo ontstane open plekken. Hier ziet u een oude eik in één van de reservaten, Le Gros Fouteau. Bij hun stichting waren deze reservaten halfopen eikenbossen, met een kleiner percentage beuk, waarschijnlijk eeuwen lang open gehouden door kap en misschien ook veebeweiding. Na het stoppen van de exploitatie verjongden de beuken zich enorm. In de loop van anderhalve eeuw is de schaduwverdragende beuk er sterk toegenomen ten koste van de lichtbehoeftige eik. Het beeld is nu dat van een beukenbos met enkele zeer oude wintereiken. Jonge eiken zijn er nauwelijks aan te treffen. 

Le Chêne Jupiter (foto Arjan Lindenbergh)

Op deze foto uit 1975 ziet u de tot voor kort beroemdste eik van Fontainebleau , de Chêne Jupiter, nog in volle glorie. Het was, zoals veel eiken in dit vermaarde bos, een Wintereik, en wat voor één: hij stamde nog van ruim van ruim vóór de periode van Lodewijk de Veertiende en zijn Minister Colbert. Zijn leeftijd werd geschat op 450 jaar en hij paarde een hoogte van 35 meter aan een stamomvang van 6,80 meter. Daarbij had hij een machtig lange stam die doorliep tot zo'n 25 meter hoogte, terwijl de eerste tak op ongeveer 17 meter hoogte verscheen. De ideale boom voor de bosbouwer die het om het hout te doen is, maar deze Jupiter bleef voor de bijl gespaard. In 1993 heb ik hem voor het laatst bezocht en stond hij er slecht bij. Hij is dat jaar gestorven. De dode stam heeft men als eerbetoon laten staan en is nog steeds te bezichtigen.
Hieronder nog enkele doorklikfoto's van de Jupiter.


Jupiter
Stam van nabij


Jupiter
Schors

Forêt de Bellême - Chêne de l'ecole

Een wat kleiner bos is het tussen Alençon en Chartres gelegen Forêt de Bellême. Het heeft eveneens prachtige oude eiken-opstanden. Hier ziet u een schitterende Wintereik, de Chêne de l'ecole, die rond 1680 door Colbert is aangeplant. Colbert was een vooruitziend man: hij liet eikenbossen aanleggen met het oog op de scheepsbouw. Zo zou de Franse vloot na 150 tot 200 jaar hout hebben voor nieuwe schepen. Wat Colbert niet voorzag was dat vanaf eind 19e eeuw werd overgegaan tot de bouw van stalen schepen. De eiken werden ook veel gebruikt voor wijnvaten, terwijl de mooiste stammen geschikt zijn voor de productie van fineerhout. De omlooptijd van deze eikenbossen is 240 jaar. 

Deze eik is wel de tegenpool van de op de eerste Frankrijk-pagina beschreven Chêne de Tronjoli: hij is 42 meter hoog en zijn stam van 455 cm omtrek is 27 meter lang en bijna takvrij! 
Het stamvolume wordt aangegeven met 29 m3, het totale houtvolume met 36 m3. 

In verschillende bossen in een wijde boog rond Parijs zijn Wintereiken van dit type en deze leeftijd te vinden. Zeer hoge, oude exemplaren zijn aan te treffen in het Forêt de Reno-Valdieu, iets noordoostelijk van Bellême, het Forêt de Bercé ten ZO van Le Mans en het Forêt de Tronçais, in het hartje van Frankrijk ten NW van Moulins.

De wellicht meest indrukwekkende wintereik die de afgelopen eeuwen in de Franse bossen heeft gestaan was de Chêne des Partisans, die tot hij in 1927 omviel in een bos in de westelijke Vogezen bij Martigny les Bains te vinden was.


Home Nederlandse Versie

Home English Version

Bomen in Frankrijk 1 - oude solitaire eiken

Bomen in Frankrijk 3 - andere boomsoorten

Bomen in Frankrijk 4 - de Morvan

Inhoudsopgave van deze website met links naar vele andere pagina's op deze website

Links naar andere websites over bomen en Literatuur over bomen.

Bomenstichting Zutphen e.o.


Deze website is gemaakt door Jeroen Philippona.

U kunt mij e-mailen op jphilippona@hetnet.nl