Grove Den


Schilderachtige z.g. 'vliegdennen' nabij de hunebedden op de Havelterberg

Eén der belangrijkste bosbomen van Europa is de Grove Den (Pinus sylvestris). Een historisch juistere naam is 'pijnboom' , want 'den' wordt vanouds ook voor de zilverspar gebruikt . Hij heeft een reusachtig verspreidingsgebied dat een groot deel van noordelijk Europa en Azië omvat en daarnaast tal van berggebieden in zuidelijker streken. In Nederland was hij na de IJstijd de eerste boom die het landschap veroverde. Het is dan ook een uitgesproken pioniersoort, die ontkiemt in open omstandigheden met veel licht en weinig concurrentie. Na enkele millennia werd hij meer en meer verdrongen door verschillende loofboomsoorten. Alleen op extreme groeiplaatsen als zeer voedselarme en droge zandgronden, randen van hoogvenen, in het hooggebergte en in subarctische gebieden kon de Grove Den stand houden. 
In Nederland zou hij zonder invloed van de mens hoogstens nog te vinden zijn geweest op de meest voedselarme zandgronden; waarschijnlijk is hij zelfs volledig uitgestorven. 
Al vóór de jaartelling was de grove den niet algemeen meer (Bert Maes in Monumentale Bomen in Nederland, literatuur 8). De laatste inheemse dennen zijn waarschijnlijk door veenafgravingen en ontginning van de 'woeste gronden' verdwenen. 
Door invloed van de mens werd Pinus sylvestris toch de algemeenste bosboom van ons land; het gaat daarbij echter om geïmporteerd plantmateriaal.  In 1514 is er voor het eerst dennenzaad uit Neurenberg ingevoerd, waar men vanaf 1368 het aanleggen van grovedennebos door bezaaiing voor het eerst had toegepast. 
Het oudste in Nederland aangeplante dennebos is het Mastbos bij Breda. Vanaf de 18e eeuw zijn er veel aangeplant op heidevelden en stuifzanden: het hout ('grenenhout') was zeer gewild als mijnstutten, maar wordt ook voor talloze andere doeleinden gebruikt. 

Eén van bovenstaande vliegdennen. Vliegdennen zijn spontaan uitgezaaide dennen. Deze komen veel voor op stuifzanden en heidevelden, waar de grove den zeer makkelijk ontkiemt op kale plekken. Ook op brandvlakten en kapvlakten ontkiemen ze massaal. Op zwaardere gronden zullen grove dennen alleen na een bosbrand ontkiemen. Vliegdennen hebben vaak prachtige, schilderachtige vormen. 

Een forse grove den bij een boerderij op het landgoed Twickel bij Delden. Op de leemhoudende zandgronden van Twickel en bijvoorbeeld bij Ommen komen fraaie hoge dennen voor in bosaanplanten uit de 19e eeuw. Oudere grove dennenbossen hebben door de lichtdoorlatende dennenkronen meestal een open karakter, zodat er zich veel natuurlijke ondergroei kan ontwikkelen. Op den duur ontstaan zeker op wat rijkere gronden gemengde en fraai gestructureerd bossen met lijsterbes, ruwe berk, zomereik, soms wintereik en later eventueel beuk. Mooie voorbeelden zijn hiervan te vinden op de Veluwezoom oostelijk van Kasteel Roozendaal, op de Amerongse Berg en in Montferland.

Eveneens een grove den op Twickel. De Grove Den kan behoorlijk oud worden. Echt oude dennen zijn in ons land weinig te vinden. Het oudste exemplaar, enkele jaren geleden omgevallen, was de zgn. Duizendjarige Den bij Wolfheze. Uit jaarringonderzoek is gebleken dat hij in werkelijkheid tussen 1600 en 1650 is aangeplant en 355 tot 405 jaar oud is geworden. Hier en daar zijn nog enkele dennen uit de 18e en begin 19e eeuw te vinden, maar ze zijn zeldzaam. Uit bijvoorbeeld Zweden blijkt dat de Grove Den meer dan 700 jaar kan worden. Niet zo vreemd, want tot hetzelfde geslacht Pinus behoren ook de oudste opgaande bomen ter wereld, de Bristlecone Pines uit Californië en Nevada, waarvan exemplaren zijn gevonden met een aangetoonde leeftijd van 4800 jaar (zie de pagina levensduur van bomen). 
Grove dennen worden zelden uitzonderlijk groot: het hoogste gemeten exemplaar staat op Twickel en meet 33,5 meter. Een stamomvang van meer dan 2,5 m is in Nederland vrij zeldzaam. De Duizendjarige Den had een omtrek van 430 cm. In Bialowieza, Polen, staan dennen van 42 m hoogte met een omtrek van meer dan 3 m. Ze hebben een leeftijd van minstens 300 jaar. 

De kenmerkende fraaie roodbruine schorsplaten. Deze zijn van boom tot boom vrij variabel van vorm, van rond tot langwerpig en meer of minder ruw oppervlak. 

Home Nederlandse Versie----Inhoud van deze website----Duizendjarige Den----Links-----Home English Version